Zweten is een normale, zinvolle functie van ons lichaam. Daardoor wordt de temperatuur van het lichaam gereguleerd en wordt overmatige warmte aan het lichaam onttrokken. Door verdamping van het zweet koelt de huid af. Zweten neemt toe bij lichamelijke inspanning, bij emoties of bij het eten van sommige kruiden.

De zweetprikkel ontstaat in de hersenen. Deze prikkel wordt doorgegeven aan de zweetklieren. Die produceren vervolgens zweet. Maar daar is bij hyperhidrosis al lang geen sprake meer van. Bij hyperhidrosis zweet je heviger dan noodzakelijk voor het regelen van de lichaamstemperatuur.

Ongeveer 3 procent van de bevolking heeft hyperhidrosis of krijgt ermee te maken. Dat betekent dat in Nederland ongeveer 500.000 mensen er last van hebben. Bij 0,5 tot 1 procent van de bevolking (tussen de 80.000 en 170.000 mensen) leidt hyperhidrosis tot ernstige klachten in de kwaliteit van leven.

Hyperhidrosis is doorgaans erfelijk: bij 30 tot 50% van de patiënten zit het in de familie. Bij 25 % van de mensen met hyperhidrosis aan handen, oksels en/of voeten hebben meerdere gezinsleden daar last van. De eerste symptomen treden meestal op vóór het 10de levensjaar. Hyperhidrosis komt even vaak voor bij mannen als vrouwen. In 90% van de gevallen gaat het om mensen jonger dan 35 jaar.